Mijn partij tegen Fabio Caruana
Een schaakverhaal
door
Laat mij een kleine inleiding geven. Nu het land plat ligt door corona hebben velen misschien eindelijk de tijd om eens een schaakverhaal te schrijven. Dit in de goede traditie van de Decamerone, Giovanni Boccaccio. Uit verveling en geïsoleerd door de pestepidemie ging een groep mensen elkaar verhalen vertellen en deze oude bundel geldt nog steeds als hoogtepunt in de Italiaanse literatuur. Daar hoeft Caissa niet voor onder te doen! Ik zal het spits afbijten. Uiteraard hoop ik dat u en uw familie deze crisis doorstaan en wens ik u alle goeds en sterkte toe.

Sinds een half jaar ben ik actief in het bestuur van Forum voor Democratie, een echte schaakpartij. We hebben zelfs al met een FVD team meegedaan aan het NK Bedrijfsschaken en gaan ons inschrijven voor het EK Bedrijfsschaken dat in juni in Rotterdam gehouden zal worden. Tenminste: als corona, enfin, u begrijpt het. Lastig hoor; ik zit op bord 2 en Loek van Wely op 1. Dus een kritische blik van de vakman is nooit ver weg.

Bij een wedstrijd op het NK voor Bedrijven (rapid) offerde mijn tegenstander een stuk maar mijn verdediging hield als ik f6 of f5 deed. Maar welke? Toen ik er na vier minuten niet uit was deed ik maar f6. Een mens moet toch wat. Loek had een seconde een blik opzij geworpen tijdens mijn gepeins en gereken. Ik verloor uiteindelijk. “Waarom deed je niet f5? Dan is het toch meteen klaar?” vroeg Van Wely verwonderd na de partij. Ja, Loek zag dat meteen maar dat verklaart nou net het ELO verschil van 600+ punten. Voordeel was wel dat ik die dag een paar repertoirekwesties aan de orde kon stellen bij onze non playing captain Lucas van Foreest die mijn vragen geduldig beantwoordde. Aardige jongen.

Overig zag je onze tegenstanders twijfelen: is het nou leuker om op bord 1 tegen Loek van Wely te spelen of toch op bord 4 tegen Thierry Baudet? Onze borden 2 en 3 waren natuurlijk een teleurstelling voor de tegenstanders want niet bekend of titelhouder. Thierry is overigens een fanatiek schaker, vroeger clubspeler en ik ga hem, als hij meer tijd heeft, een keer meeslepen naar Caissa, de mooiste club van Amsterdam.

Nu naar Fabio Caruana. Jaarlijks wordt er aansluitend op Tata, dus eind januari, een simultaan door een bekende grootmeester in het gebouw van de Tweede Kamer georganiseerd. Dit evenement vindt plaats onder de naam “Torentjesschaak.” Alle posters en fotowanden ademen de huisstijl en kleuren van het Tatatoernooi, maar de naam van het bedrijf mag niet vermeld worden. Iets met politiek en reclame. Het gekke is dat de organisatie en wedstrijdleiding ook uit de bekende Tatagezichten bestaat maar de firmanaam is even taboe als Voldemort.

Aart Strik, uitmuntend wedstrijdleider en gastheer bij vele toernooien maakte dan ook bezwaar tegen het feit dat ik, net als sommige anderen een Tata notitieblaadje gebruikte. Nou kennen Aart en ik elkaar al vele jaren en we halen dikwijls een grapje met elkaar uit, maar nu was hij serieus. Ik heb de strook van het papier waarop Tata stond omgevouwen, uit het zicht, want ik wilde Aart natuurlijk niet schofferen. Maar ik wilde ook mijn blaadje niet weggooien want ik had daarop net de handtekening van Fabi gekregen. Immers, ik ging natuurlijk winnen en misschien zou hij daarna boos zijn en een handtekening weigeren, je weet het maar nooit met dat soort genieën.

Het werd een Benoni. Fabi speelde een rustige variant die ik 35, 40 jaar geleden met wit zelf speelde:

1.d4 Pf6 2.c4 c5 3.d5 e6 4.Pc3 exd5 5.cxd5 d6 6.e4 g6 7.Pf3 Lg7 8.Lg5 a6 (hier is bekend dat 8…h6 9.Lh4 g5 10.Lg3 Ph5 11.Lb5+ Kf8 12. e5! min of meer zelfmoord is voor zwart)  9.a4 h6 (het alternatief is 9. Pd2 b5) 10.Le3?! (in alle boeken staat alleen 10.Lh4 g5 11. Lg3 Ph5 hetgeen prima te spelen is voor beide partijen. Maar Le3? Dat lokt toch Pg4 uit?) 0–0 (En dat durfde ik niet, maar dat had ik wel moeten doen. Te veel eerbied voor het ravijn aan ELO-punten dat mij scheidt van de illustere grootmeester)11.h3 Te8 12.Ld3 Pbd7 13.0–0 Pe5 14.Pxe5 Txe5 15.Dd2 Kh7 16.f4 Te8 17.Tae1 b5?! 18.axb5 axb5 19.e5 b4 20.Pb5 dxe5 21.d6 Pd5 22.f5 e4 23.fxg6+ fxg6 24.Lxe4 Pxe3 25.Txe3 La6 26.Lxg6+ Kxg6 27.Dd3+ Kh5 28.Tf5+ Kg6 29.Tf4+ Kh5 30.g4+ Kh4 31.Tf5 Txe3 32.Th5+ Kg3 33.Dxe3# Mat 1-0

Ingemaakt. Weggevaagd.

Met 17),…b5 stak ik op typische Benoniwijze het bord in brand. Ik zat aan de zet te denken toen een kiebitzer achter me mompelde: “Is b5 niet wat?” Normaal besteed ik geen aandacht aan die patzers want die kunnen niet schaken. Maar als de kiebitzer in kwestie een ELO heeft van boven de 2600, ooit 2700, grossiert in Nederlandse titels en een vaak geziene gast in Grootmeestergroep A van Tata is, ligt dat toch genuanceerder.

Toen Caruana 26) Lxg6+ speelde, uit de losse pols, kwam Monique van de Griendt bij mijn bord staan. Monique, schaakster, teamgenote in het Beursteam van weleer, wedstrijdleider, organisator en bestuurder is altijd een opgewekte verschijning bij schaakbijeenkomsten. “Als dit kan heb jij een probleem, Olaf,” sprak zij monter.

Grrr. Ik zag natuurlijk onmiddellijk dat Lxg6 niet alleen correct was maar ook dat ik mat ging. Dank je wel Monique. Ik overwoog op te geven maar er werd net wijn en borrelhapjes geserveerd en ik voorzag dat ik mij kon spijzen en laven voordat ik noodgedwongen Fabio de hand zou moeten schudden.

Bovendien kon ik Thierry die naast mij zat nog souffleren. Hij had mij aangestoten. “Als ik een stuk offer, win ik het met pionwinst terug, wat denk jij?” Dat klopte en zo geschiedde. Sterker nog, een zwarte toren en dame belegerden de grootmeesterlijke koning. Caruana had natuurlijk verder gekeken. Hij liep met zijn koning het centrum in en daarna bleek dat elke zwarte aanval gepareerd kon worden door er witte stukken tussen te zetten. En ai, Fabi bleek een vrijpion te hebben die beslissend was. Dat had hij natuurlijk al lang begrepen. Dat is nou talent en vakmanschap.

Na de partij sipte ik wat na met Van Wely. “Misschien is de Benoni toch wat te scherp tegen zo’n kanon.” Loek keek me spottend aan. “Wil je dan liever langzaam gewurgd worden?” Klaarblijkelijk zag hij in elke variant geen enkele kans op succes voor mij, en daar had hij waarschijnlijk alle gelijk van de wereld in. Dan liever een snelle heldendood; een korte pijn is beter dan een lang lijden.

Maar het was een enorme belevenis om tegen de winnaar van Tata A, 10 uit 13, te spelen.

 

 

 

 

 

 

 

 

Reactie achterlaten