Voorpublicatie
uit de aanstaande editie van CaissaNieuws
door
Een nieuwe lente. Hij komt eraan, de nieuwe CaissaNieuws. Ons clubblad maakt een doorstart, een nieuw begin, met vertrouwde rubrieken als 'Wie is die schaker?' en 'Partij van het kwartaal' maar ook met nieuwe. De bijdragen komen van een reeks van clubleden, die opvallend vaak terugkijken. We lichten vandaag een tipje van de sluier...

Brutalistisch

Caïssa moest in 2006 noodgedwongen het Oranjehuis verlaten en kwam verderop in de Van Ostadestraat terecht in het Afrikahuis. De zaal waarin gespeeld wordt is nogal belangrijk voor een schaakclub, vind ik; de zaal bepaalt een stevig deel van de sfeer. Ik herinner me het Afrikahuis als bedompt, donker en intimiderend. Dit voormalige godshuis staat er nog steeds en is curieus genoeg zelfs een monument. Op de Wikipediapagina van het Afrikahuis wordt de architectuur van dit gebouw – door het gebruik van gewassen beton voor vloeren, wanden, trappen en plafonds – omschreven als brutalistisch. Zeg maar gewoon oerlelijk. Ik herinner me dat ik daar een zeer brutalistische partij tegen Rinus Balkenende heb gespeeld. Toen ik die partij uiteindelijk won, was Rinus kwaad, vreselijk kwaad, op alles en iedereen – en vooral op zichzelf. Luidop mopperend verliet hij het pand. Helaas, ook die partij zit niet in mijn schoenendoos; jammer, jammer. Jaren eerder, in het Oranjehuis, heeft een van mijn tegenstanders zelfs nog een keer het bord omgegooid en de stukken door de zaal gesmeten. Dat was de oude meneer Louiszoon (RIP), die écht boos kon worden als hij verloor. Kleurrijke man!

Gelukkig kwamen we na het korte intermezzo in het Afrikahuis snel in Huize Lydia terecht, misschien wel het beste dat de club de afgelopen decennia is overkomen. Samen natuurlijk met het ‘huwelijk’ met schaakvereniging Max Euwe Amsterdam, zo’n twee jaar later, in 2009. Ik herinner me nog de moeizame discussies over het wel of niet samengaan van Euwe en Caïssa, en de aarzelingen, ook bij mij, of de sfeer niet zou veranderen. Niets is minder waar gebleken. Nu denkt gelukkig niemand meer in termen van Euwianen en Caïssanen, maar als je de lijst namen van sv Euwe van ruim tien jaar geleden bekijkt, lijkt die verdacht veel op de namenlijst van Caïssa nu. En de logische gevolgen van een mooi groot huis en een goed huwelijk: veel nageslacht! Oftewel een bloeiende jeugdafdeling waar heel schakend Nederland jaloers op kan zijn.

Fragment van ‘Geheugen, spreek…’ van Jaap Tanja

Reactie achterlaten