Caissa – HMC Calder: Nachtmerrie
door

“Het enige wat je kan helpen is naar huis gaan en iets schrijven.”

We stonden met een groepje teamgenoten om op de stoep van Huize Lydia en het floepte eruit voordat ik het in de gaten had. Onzinnig advies, besefte ik onmiddellijk. Ten eerste omdat Hans Ree ongetwijfeld zelf wel weet wat goed voor hem is en ten tweede omdat hij helemaal geen medelijden nodig leek te hebben, deze schrijver, filosoof en viervoudig kampioen van Nederland, die zojuist op hartverscheurende wijze een totaal gewonnen stelling in zijn handen tot een ziekmakende nul had zien verschrompelen en verrotten, maar daar nu over sprak zoals hij overal over spreekt: bedachtzaam, afstandelijk, ironisch.

Maar toen ik enkele uren later midden in de nacht badend in het zweet wakker werd, direct de brandwond in mijn hersenweefsel voelde die door 39…Dh6?? was veroorzaakt en vervolgens urenlang wakker had gelegen terwijl zich de hele partij van voor naar achter en weer terug bleef afspelen in mijn hoofd, besefte ik dat het advies niet voor Hans maar voor mezelf bedoeld was geweest. En nu pas bedacht ik dat ik die dag precies de nachtmerrie had meegemaakt, die ik al zo vaak heb gedroomd in mijn leven.

 

Ik speel een partij die zich aanvankelijk gunstig ontwikkelt, maar als ik me even van het bord verwijder (WC-bezoek misschien, dat blijft altijd onduidelijk) lukt het me niet om de speelzaal te vinden en als ik daar na veel zoeken ten slotte toch terugkom blijkt mijn partij al te zijn afgelopen en de nul genoteerd.

 

In talloze varianten heb ik dit gedroomd in de loop der jaren. Soms was de partij nog niet afgelopen, maar had iemand anders een aantal zetten voor me gedaan en was mijn stelling nu hopeloos, soms kon ik de zaal überhaupt niet meer terugvinden en soms was iedereen al naar huis. En vandaag, in de wedstrijd Caïssa-HMC Calder was het precies zo gegaan! Een rustige openingsfase, ik stond iets minder tegen Erik van den Doel, naast me was Hans Ree vlot aan het winnen van Christophe Klein, die duidelijk geen idee had wat hij met de solide gepensioneerden-opening van zijn tegenstander aan moest en de rest van het team was in harde, gelijkwaardige gevechten verwikkeld met uitzondering misschien van Robert Kikkert, die ik al snel had afgeschreven (ten onrechte trouwens, zoals me achteraf duidelijk werd gemaakt).

Op onbegrijpelijke wijze, precies zoals dat ook in dromen gaat, was ik toen plotseling een tijdlang “weg”. Niet fysiek deze keer, maar “weg” in een diepe staat van concentratie die nodig was om mijn iets mindere stelling door de dubbele gevarenzone van een bestorming door Erik en de tijdnoodfase te loodsen. En die ik dus met de snerpende dissonant 39…Dh6?? schrijnend ontkroonde.

Weer wakker, me bewust wordend van omgeving, speelzaal en wedstrijd, zie ik eerst naast me hoe de ooit zo trotse stelling van Hans in een treurig eindspel met een pion minder is veranderd, dan sta ik op en ben net op tijd om Albert Riemens geheel onnodig op de veertigste zet door zijn vlag te zien gaan. Dan pas valt het me op hoeveel borden er inmiddels al leeg zijn. Louter nullen en halfjes! En wát er nog over is staat slecht of remise.

Ik wankel de speelzaal uit en ga aan het bier. We verliezen met 8-2 en ik kan het gevoel niet van me afzetten: hier klopt iets niet. En dat blijkt dus te kloppen. Het was geen wedstrijd, het was een nachtmerrie.

 

Arno Bezemer heeft zijn partij tegen Twan Burg van commentaar voorzien, zie hieronder. [HvH]

Arno Bezemer  Bezemer, Arno (2300) - staging  Burg, Twan (2448), 2011.02.12

Reactie achterlaten