Regelgezeur
Invallers en G4
door
Het zesde staat -samen met Amsterdam West 2- bovenaan in de promotieklasse. Hoe lang blijft dit goed gaan?

Het is lastig om het zesde team bij elkaar te krijgen. De frequentie van de mails van teamleider-tegen-wilen-dank Jurgen Stigter werd hoger, maar dat mocht niet baten. Een dag voor de wedstrijd kreeg ik (invaller) het verzoek als captain op te treden, want Jurgen kon ook niet meedoen. Het team miste op dat moment nog één speler. Na veel mails, whatsapps, en telefoontjes van mijn kant vond ik uiteindelijk Peter Hoomans bereid om in te vallen. Dat zou een zeer belangrijke invaller blijken te zijn…

We mochten aantreden tegen Laurierboom/Gambiet. U weet wel, die club met veel ex-Caïssanen. En dan heb ik het niet alleen over de recente overstap van Paul, Hugo, Elwin en Niek, maar ook over oud-Caïssanen van weleer, zoals Hans de Vilder, Bhudi Manuri, Piet Ruhe, Theo Weijers en teamleider Joost van Steenis.

Het begon goed. Na dik een uur schaken had Stef al gewonnen van Joost van Steenis, via Dubbele Aanval Paard, en Lokken. Helaas werd het al snel 1-1 doordat Bert een aanval niet kon keren nadat hij een pion voor was gekomen. Daarna gebeurde er een tijd niet zoveel.

Een rondje langs de borden leerde dat we er helemaal niet zo lekker voor stonden. Jack speelde zijn opening voor het eerst, en dat was te zien, want alle kansen waren voor wit. En met iedere zet werd het dreigender rond zijn koning. Tigran had een spannende stelling waar beide partijen veel pionnen naar voren gooiden. Ik stond had een geofferde pion geslagen, maar dat had ik beter niet kunnen doen, want mijn tegenstander kreeg er aardig wat initiatief voor. Freek stond een kwal achter. Theodoor had wel een lekkere stelling. En Peter leek op de koningsvleugel door Theo Weijers te worden overlopen.

Daarna gebeurde er veel dat ik niet echt meekreeg omdat mijn tegenstander (een invaller met veruit de laagste rating van het team) me enorm bezig hield. Ik geloof dat wedstrijdleider Tony Lith deze keer bij twee partijen de klok anders moest instellen wegens het beroep doen op artikel G4. Een regel die meer ellende veroorzaakt dan dat het iets oplost, volgens mij. Zo ook deze keer…

Jack verloor inderdaad zoals ik al vermoedde. Zijn tegenstander zette het slotoffensief in met Pxf7. Ook Freek kon het niet bolwerken. Maar toen begon het tij ineens te keren. Peter had de aanval op de koningsvleugel met een tegenaanval in het centrum beantwoord en won uitelijk een mooie partij. Mijn tegenstander, die de hele tijd dik boven zijn rating had gespeeld- besloot zijn rating eer aan te doen en mij een stuk cadeau te doen. Toen ik dat sloeg gaf hij op. Toen stond het dus 3-3.

Tigran had een remiseachtig toreneindspel op het bord, maar zijn tegenstander deed het niet handig en plotseling konden beide partijen dames halen, alleen zou de dame van Hans meteen verloren gaan door een röntgenschaak. 4-3 voor en Keizer Theodoor nog bezig.

Theodoor had nog maar 30 seconden, maar zat gelukkig wel met increment te spelen. Tegenstander Piet Ruhe had vijf minuten. De stelling was complex. Objectief beter voor Theo, maar met dames op het bord en een wat tochtige koning is dat lastig. Zeker met zo weinig tijd en maar vijf seconden per zet erbij. Theodoor wikkelde leep af door een pion te geven maar er moesten veel stukken worden geruild. Toen ontstond er een dame-eindspel met beiden nog vier pionnen (efgh). Dat was gemakkelijker remise te houden. In zijn enthousiasme om te winnen ging Piet steeds remise uit de weg. Dat deed hij een keer te veel en verloor toen zelfs nog. 5-3 voor de onzen.

Wat er toen gebeurde verbaasde me enorm. Teamleider van Laurierboom/Gambiet Joost van Steenis ontplofte bijna. Ik begreep eerst niet waar het over ging, daarna dacht ik dat hij een grap maakte, maar het was bittere ernst. Het ging hem om die vermaledijde regel (artikel G4). En dat reageerde hij op wedstrijdleider Tony Lith af. Alsof Tony die regel had ingevoerd. Hij vindt die regel ook niets, en volgens mij vindt niemand het iets. Maar we moeten er nu eenmaal mee leren leven. Gelukkig verweerde Tony zich goed, en hij bleef rustig. Het zat Joost allemaal zo dwars dat hij uiteindelijk niet eens het formulier wilde ondertekenen…

Misschien moeten wij -als grootste club van Amsterdam, en zelfs van Nederland- maar eens stelling nemen en het SGA-bestuur een brief sturen waarin we artikel G4 ter discussie stellen. Is het niet veel eenvoudiger om gewoon vanaf zet één al met een tempo met increment te spelen? Bijvoorbeeld ons interne tempo van 1u35m + 10sec?

Caïssa 1998  Laurierboom/Gambiet 2 1925 5 3
1  Jack Blanchard  2181  Bjorn Lundberg  2158F  0 1
2  Tigran Spaan  2140  Hans de Vilder  2027 1 0
3  Stef van Haaren  2052  Joost van Steenis  2016 1 0
4  Dennis Breuker  2048  Pieter Schmidt  1664 1 0
5  Freek Terlouw  1977  Bhudi Manuri  1916 0 1
6 Theodoor Keizer  1900  Piet Ruhe  1837 1 0
7 Peter Hoomans  1846   Theo Weijers  1860 1 0
8  Bert Bödicker  1841  Mark de Wild Propitius 0 1

 

  1. René Pijlman

    René Pijlman zei op :

    Helemaal mee eens dat een increment vanaf zet 1 veel eenvoudiger is. Dat idee leeft breed in de SGA, bleek in de afgelopen najaarsvergadering. Het SGA-bestuur heeft toegezegd in de voorjaarsvergadering met een voorstel te komen om dat in te voeren.

    In het Wil Haggenburgtoernooi (PK van de SGA), dat over 2,5 week begint, is het speeltempo al 1 uur en 3 kwartier met vanaf de 1e zet 15 seconden toevoeging. Ik weet niet of dat tempo het voorstel wordt, omdat je in de reguliere competitie rekening moet houden met sluiten van de zaal, de laatste tram etc.

Reactie achterlaten