Dapper, onverschrokken en ondernemend
Raadsheer - Caissa 1½ - 2½
door
Wie kent ze niet? Blanchard, Christophe, Spaan en Breuker zijn de meest tot de verbeelding sprekende bewakers van Caïssa’s eer. Zij doen met speels gemak hun tegenstanders sidderen. Dapper, onverschrokken en ondernemend als zij zijn, betraden de vier Caïssa-musketiers het clublokaal van De Raadsheer.

Het moet gezegd dat Tigran Spaan op bord drie, hoe slecht hij ook direct na de desastreus verlopen en ongetwijfeld door zijn tegenstander geplugde opening ook stond, geen moment angst kende. Een van de in het oog springende kanten van zijn karakter was zijn zucht naar avontuur en zijn liefde voor het onwaarschijnlijke. Maar dat liet onverlet dat hij een dikke vette nul moest incasseren, en dat niet Breuker op bord vier, door hem tot op bot vernederd, maar juist hijzélf “voor spek en bonen” meedeed, de ongelukkige.

Aan bord twee speelde Nirav Christophe zijn geliefde Nimzowitsch. En met openingen is het als met vrouwen: de liefde gaat gepaard met een vreugde die zo groot is dat zij buiten haar oevers moet treden, om ons niet te verstikken. En aldus werd ook nu de blik vertroebeld en belandde hij alras in een duidelijk mindere stelling. Maar zie: hij martelde de tegenstander met zijn koelbloedigheid, tartte hem met onverzettelijkheid, en toen niemand het meer verwachtte veroverde hij met een ordinaire truc de witte dame. Had hij toen maar vijf minuten tijd genomen, dan had hij de verborgen winst die op dat moment voorhanden was zeker gevonden. Maar nee, hij dacht zijn superioriteit weer eens met snel spel te moeten benadrukken. Tanden, het geknars. Hoge bomen, de wind. Een smadelijke remise was zijn deel.

Aan bord vier zetelde Dennis Breuker. Waar deze ridder gaat, groeit geen gras. Zijn tegenstander liet zich in slaap sussen door het gevoel veilig te zijn, een gevoel dat Breuker als geen ander op de tegenstander kan overbrengen, en daar stond Breuker al als bij toverslag beter. Een speldenprik hier, een degenstoot daar, en Breukers trouwe viervoeter betrad vijandelijk gebied. Het voordeel groeide en groeide en groeide en de kiebitzers telden al het punt. Maar plotseling huiverde onze held van zijn voetzolen tot aan zijn haarwortels: de tegenstander had op e6 geslagen, een verschrikkelijke puinhoop achterlatend. Alles op het bord wees op een zware en wanhopige vechtpartij. Breuker echter rechtte de rug en schoof minzaam glimlachend, zoals alleen hij minzaam kan glimlachen, een remise-toreneindspel tot winst.

Maar wat gebeurt daarginds? Daar ligt op bord één Jack Blanchard op de grond, zijn krachten beginnen het te begeven. Verzeild in een toreneindspel met één pion minder richt hij zich op één hand op en strijdt in sneltreinvaart verder. Zijn tegenstander biedt remise aan maar onze held verzamelt al zijn krachten om te antwoorden met een schaterlach. (“Wantrouw de vijand die u cadeaus aanbiedt”) Hij is geradbraakt, maar blijkt van staal. Hij wint een eindspel dat potremise is. Hij perst water uit steen.

Zo wonnen zij wat voorgoed verloren leek. De aanblik die de karavaan na afloop bood was overigens allerontzagwekkendst: de fietsen van de helden en hun martiaal voorkomen: het zal niet vergeten worden. Terwijl zij gezamenlijk het clublokaal van de Raadsheer verlieten, bezagen de vier Caïssa-helden met verbazing aan welke dunne en onbekende draden het lot van een schaakteam en het leven van de mensen soms hangen.

Reactie achterlaten