Probleem van de week
door

Wit geeft mat in twee (F. Nanning, B.V. J.v. Dijk en H.v. Beek-toernooi, 1946)

probleem031

Geen partijstelling, maar een typische hotseknots probleemstelling waarin nieuwe begrippen als 'verzwakking', 'omschakeling', 'primaire dreiging', 'secundaire dreiging' en 'tertiair mat' aan bod komen. De componist behoorde tot de internationaal befaamde Nederlandse delegatie van theorie-uitbreiders, wat aan de stelling (helaas?) is af te zien. Even doorbijten, dan leer je nog eens wat.

Een interessante stelling voor de theorie over schaakproblematiek. Na de sleutelzet Dd2 is er duidelijk sprake van een primaire dreiging: De3. Zwart kan dit eenvoudig pareren door het paard weg te spelen. Na een simpele paardzet als Ph7 volgt echter Lb6 mat. Dit is dus ook een belangrijke tweede dreiging van wit (secundaire dreiging). Zwart kan echter ook slimmer spelen door het paard naar e4 of e6 te spelen, waardoor deze secundaire dreiging wordt gepareerd! We noemen dit de ‘omschakeling’, zeg maar de slimmere zetten van zwart. Pe4 en Pe6 heten dan ook de ‘omschakelvarianten’. Maar ook deze zetten hebben hun eigen verzwakking tot gevolg. Door het paard op de e-lijn te plaatsen, wordt het witte paard ontpend! Maar dat niet alleen. Na Pe6 is ook de zwarte dame geinterfereerd en na Pe4 de zwarte loper. Door deze extra verzwakkingen kan wit met tertiair matten (Pxf3 en Pxc6) het vonnis voltrekken.

Oplossing:

1. Dd2 (dreigt De3),P…;   2. Lb6
                              ,Pe6 ; 2. Pxc6
                              ,Pe4 ; 2. Pxf3

Reactie achterlaten