Probleem van de week
door

Wit geeft mat in twee (J. de Koning, Deutsche Schachzeitung 1909)

probleem004

Deze keer gaan we aan de hand van bijgaande stelling wat dieper in op veelgebruikte termen in de schaakproblematiek. Probeer eerst bijgaand probleem op te lossen, dan zal ik op de oplossingspagina meer vertellen over 'geef-en-neem-sleutel', 'nevenoplossing', 'lijnopening' en 'blokkade'. De laatste twee begrippen komen ook in de anayse van normale schaakpartijen voor. Dit probleem van de week is geschikt voor spelers met een rating tussen 1300 en 1700.

Oplossing:

1.Ph5
1. …Kg8;   2.Da8
1. …Lg8;   2.Db2
1. … gxh5; 2.Pf7

Hier is dus sprake van varianten, want zwart kan meerdere zetten spelen op de sleutelzet van wit (Ph5).
Kortheidshalve wordt de oplossing ook wel geschreven als 1. Ph5, Kg8 (Lg8,gxh5); 2. Da8 (Db2,Pf7). Komende weken zal ik vaak van deze kortere schrijfwijze gebruik maken, dus nu weet je dat tussen haakjes respectievelijke varianten staan.
Zoals je wel weet heet Ph5 de ‘sleutelzet’. Stel nu dat er nog een andere zet zou zijn die altijd tot mat in 2 zou leiden, dan zijn er dus 2 sleutelzetten en dat is in het probleemschaak verboden. Men spreekt dan van een incorrecte probleemstelling met een ‘nevenoplossing’, dat wil zeggen een tweede oplossing (tweede sleutelzet).
Je kunt nog 100 uur besteden aan het zoeken van een nevenoplossing voor het probleem van deze week, maar die zul je niet vinden. Toch zijn sommige problemen zo ingewikkeld, dat het niet altijd met 100% zekerheid vastaat dat een nevenoplossing is uitgesloten. De componist zal dus alle moeite moeten doen die te vermijden. Gelukkig kan tegenwoordig Fritz of een broertje hierbij van dienst zijn.

Als we de oplossing van deze week nader bekijken, zien we verder dat de sleutelzet (Ph5) een vluchtveld geeft aan de zwarte koning (namelijk g8), maar een ander vluchtveld wegneemt (namelijk g7). We spreken in zo’n geval van een ‘geef-en-neem-sleutel’.
Als zwart Lg8 speelt, neemt hijzelf een vluchtveld af voor zijn koning. We zeggen dan dat zwart met zijn loper veld g8 ‘blokkeert’. Dus spreken we van een ‘blokkade’ op g8.
Ook is er sprake van 2 ‘lijnopeningen’ in deze probleemstelling. Namelijk de diagonale ‘lijnopening’ b2-h8 nadat het paard op f6 is verhuisd naar h5. Van deze ‘lijnopening’ wordt door de dame gebruik gemaakt in variant 2. In de derde variant (gxh5) is eveneens sprake van ‘lijnopening’ omdat de zwarte pion de weg vrijmaakt voor de damelijn g2-g8, waardoor het paard op f7 mat kan zetten.

 

Reactie achterlaten