HSG – Caissa 2
Hoeveel is het eigenlijk geworden?
door
Op een zonnige zomerse zaterdagmiddag mochten wij aantreden tegen het grote HSG. Er zijn tijden geweest waarin dit voor een modale clubschaker als ik een verschrikking moet zijn geweest. Of je nou op bord 1 of bord 10 speelde, je had altijd de kans iemand van het kaliber Giri, van Wely, Smeets, l’Ami, Nikolic, Seirawan, Stellwagen, Chuchelov en zelfs eenmaal Carlsen aan de overzijde van het bord te treffen, hetgeen doorgaans garant stond voor een korte en pijnlijke middag.

Het was dus jarenlang nullenvangen geblazen tegen Hilversum. In 2010 bijvoorbeeld waren het een schamele drie halve puntjes die het eerste van Caïssa Amsterdam in de ontmoeting met HSG bij elkaar wist te sprokkelen.

Tijden veranderen, en zo ook de teamsamenstelling van HSG. Waar het eerste van HSG in 2008 en 2009 met overmacht kampioen werd in de meesterklasse vecht het huidige HSG 1 om lijfsbehoud in de tweede klasse. En dat gaat nog een hele kluif worden zo bleek zaterdag…

Caïssa kon het zich ditmaal zelfs veroorloven hun tweede team op pad te sturen richting Hilversum. Het tweede team op één man na wel te verstaan. Juan was bereid gevonden het clubbelang boven ‘een fantastische middag schaken met het gezelligste team van Caïssa’ te stellen. Of hierbij steekpenningen of dreigbrieven aan te pas zijn gekomen is mij niet bekend, maar feit is dat Juan afgelopen zaterdag act de présence gaf in Venlo om samen met het eerste team een tiental Limburgers te bestrijden.

Onze teamcaptain had het hier echter niet bij laten zitten en op zijn beurt één van de grootste talenten van Amsterdam en omstreken uit de hoge hoed getoverd om ons achttal mee te completeren. De pas tienjarige Maarten Hoeneveld reisde met ons mee richting Hilversum.

Tsja, die reis richting Hilversum, wat kunnen we er over zeggen? Dat de speelzaal met de trein mogelijk sneller te bereiken is dan met de auto bijvoorbeeld. En dat een groepsretour wellicht ietsiepietsie duurder is dan reizen met twee kortingskaarten, maar toch ook op een bepaalde manier juist voordeliger is. En dat onze teamcaptain Rik na een uitvoerige kosten-baten-analyse hier toch wel dermate hardnekkig van overtuigd was geraakt dat wij teamgenoten ons niets anders restte dan zonder tegenstribbelen als makke lammetjes onze grote leider achterna te gaan bij Amsterdam Zuid hop de trein in.

De treinreis was overigens zo slecht nog niet!

Bij aankomst in Hilversum bleken wij de enige schaakwedstrijd te zijn die deze dag op het programma stond in het St. Aloysiuscollege. Een schamele zestien schakers verspreid over de gehele aula van een middelbare school; dat is nog eens wat anders dan met 12 teams opgepropt in het Ignatiuscollege, zittend op schoot bij je teamgenoot die dezelfde stoel blijkt te delen, proberen om tussen je eigen pakje Fristi en de geslagen pionnen van je tegenstander door de lange rokade tot een goed einde te volbrengen.

We begonnen de wedstrijd dan ook met groot ruimtevoordeel bij alle borden!

Bij toeval chronologisch de wedstrijd besprekende, beginnen we bij bord 8. Daar moest onze nieuwe aanwinst Maarten het met de zwarte stukken opnemen tegen de altijd gevaarlijke Sito Dekker. Maarten liet zich al vroeg in de wedstrijd verleiden tot de zet gxh5, waardoor de nodige gaten in zijn stelling ontstonden. Hoewel een lange rokade er nog net op tijd in zat, kwam het stukkenspel niet helemaal lekker uit de verf. Na een onverwacht torenverlies rookte Maarten een zware pijp en moest ie dat ding al snel aan, u raadt het al, Maarten geven.

Gelukkig werd ruim voor de eerste tijdcontrole de gelijkmaker binnengetikt en wel door niemand minder dan onze topscorer Alje. Hoewel Alje in de interne competitie met regelmaat de ene verschrikkelijke partij na de ander weet af te leveren (afgelopen dinsdag was het niet anders, red) staat er in de externe competitie geen maat op Alje. Met de fantastische score van 5.5 uit 6 steken zijn resultaten met kop en schouder boven die van zijn middelmatig scorende teamgenoten uit.

Zelfs op zijn spel in de externe valt tot mijn grote verrassing (en toch ook wel teleurstelling) tot op heden weinig af te geven. Ik kan dan ook niet anders dan hier mijn spreekwoordelijke pet diep voor afnemen. Hierbij mijn complimenten Alje!

Over zijn partij van zaterdag kunnen we kort zijn: zwart vergat al op de eerste zet zijn e- of f-pion op te spelen, hetgeen Alje uiterst kinderachtig wist te weerleggen door in het verre eindspel dan maar zelf zijn witte pionnen tot op e6 en f6 te laten doorstomen. Hierdoor ontstond een uiterst merkwaardig pionnenblokje op e6-e7-f7-f6 die de spanning in het zwarte kamp dermate opvoerde dat Aljes tegenstander zich genoodzaakt zag toch maar een keer zijn e- of f-pion te spelen, hetgeen op slag verloor.

Zelf had ik een eenvoudige middag en mocht ik de 2-1 voorsprong op het scorebord zetten. Gesterkt in de overtuiging dat een nadere uiteenzetting van mijn partij de belevingswaarde ervan sterk zou doen verminderen wil ik het hier voorlopig bij laten.

En zo kon het zijn dat ik samen met Alje zo rond de eerste tijdscontrole al een ronde langs de velden deed. Maar niet voordat we eerst buiten in de zon een lekker biertje hadden genoten. Alje kwam er mij zelfs speciaal eentje brengen, om “te vieren dat ik voor de verandering eens niet in tijdnood gekomen was en daarmee mijn stelling had verknald;” een uiterst sympathiek gebaar van onze Alje.

Bij de ronde langs de velden werden wij al snel vergezeld door Abe, die, na de hele partij minder te hebben gestaan, net teruggekomen was in de partij en besloten had dat te bekronen met een eeuwig schaak manoeuvre. Abes liefde voor een sigaretje buiten is bij mooi weer toch net even wat groter dan die voor een fatsoenlijke pot schaak. Naar eigen zeggen had hij in een individuele partij nog wel even doorgemodderd, maar in teamverband kiest Abe toch liever voor het halve ei. Welbeschouwd geen onverstandige keuze, moet ik bekennen. Het was een half ei die we hard nodig bleken te hebben.

Enrico won op de hem zo kenmerkende wijze: “gewoon de stukken goed neer zetten, wat pionnetjes naar voren, een beetje druk zetten met het lopertje richting koningsstelling, het paardje van de tegenstander terugdringen naar g8, ergens een kwaliteitje mee pakken en uiteindelijk met het torentje mat in één op de onderste rij.”

Een keurige overwinning voor Enrico, die daarmee zijn externe score op een meer respectabele 2,5 uit 6 wist te brengen.

En zo stond het 3,5 – 1,5 in ons voordeel, met nog 3 partijen te gaan. Anno moest het opnemen tegen Kees Nagtegaal, op papier de sterkste speler van HSG. Hij kwam in een passief middenspel terecht met beperkte ruimte voor zijn stukken, maar leek vooralsnog niet van plan te zijn ook maar een beetje toe te geven aan deze aanhoudende druk. Rik had daarentegen een buitengewoon gunstig toreneindspel weten te bereiken, waarin het een kwestie van tijd leek voordat hij zijn ruimtevoordeel en actieve stukkenspel zou kunnen omzetten in winst.

Toen de stofwolken van de tijdscontrole waren opgetrokken bleek dat Paul het beruchte eindspel van T + f en h pion versus T had bereikt. Een nadere inspectie van de stelling leerde dat Paul aan de verkeerde kant van de stukken zat.

Met het speeltempo van tegenwoordig had dit tot gevolg dat het nog wel eens een hele lange en vervelende middag zou kunnen gaan worden. Wij kennen Paul echter als een man die in zijn vrije tijd niets liever doet dan eindspellen bestuderen. En dan bij voorkeur de theoretisch mogelijke maar praktisch nooit voorkomende eindspelstudies. Zo weet vrijwel niemand in schakend Nederland dat Paul het eindspel van K + h2/g2/f2-pion tegen K + a7/b7/c7-pion tot in de fijnste nuances beheerst. Het is even wachten tot je zoiets een keer op je bord krijgt, maar dan heb je ook wat!

Geen wonder dus dat wij ons in eerste instantie geen zorgen maakten over een goede afloop voor Paul. Dat zelfs de sterkste spelers op aarde nog geregeld de fout in gaan in dit eindspel is niet relevant; een expert en liefhebber als Paul zou dat halfje toch wel even soepeltjes veilig stellen, zo was de verwachting.

De eerste scheurtjes in deze ijdele hoop ontstonden echter al snel toen Paul ons te kennen gaf ‘helemaal geen zin te hebben in dit eindspel’. Vol tegenzin nog een paar uur in de touwen hangen dus; in een eindspel die je bij nader inzien toevallig net niet bestudeert hebt. Niet gehinderd door een overdaad aan motivatie of relevante eindspelkennis ging Paul er dan ook nog eens even goed voor zitten. Vakkundig werd de h-pion soldaat gemaakt, maar de f-pion bleek daardoor toch vrij ver door te kunnen lopen. En Pauls koning; stond die daar eigenlijk wel goed? Het stellingsoordeel van amateur-toeschouwers Abe, Alje en ondergetekende wisselden met de minuut. Zou het verliezen of zou het toch nog remise te houden zijn? Uiteindelijk bleek de f-pion niet te stoppen en moest Paul het bijltje erbij neer gooien.

In het toreneindspel van Rik hadden inmiddels beide partijen een vrijpion gecreëerd. Rik had een pion meer, maar zou het genoeg zijn voor winst? Tijdens de partij dachten wij toeschouwers uiteraard de ene na de andere winstafwikkeling te zien, en bij de analyse na afloop bleek dit waarschijnlijk ook wel een enkele keer het geval te zijn geweest. Feit was echter dat Rik een verkeerde afwikkeling koos waardoor gelijktijdige promotie en remise als resultaat niet meer te vermijden was.

En zo stond het dus 4-3 voor ons, met nog 1 partij te gaan. Gezien de iets mindere stelling waar Anno al de hele partij tegenaan zat te kijken, was het opeens niet meer onwaarschijnlijk dat het dan toch nog wel eens een teleurstellende middag zou kunnen gaan worden.

Anno zelf dacht daar echter heel anders over. Hoewel hij bedrukt stond, liet hij zich niet van de wijs brengen door de verhuisdrift van zijn tegenstander. Deze liet zich namelijk steeds verder weg drukken door de alsmaar zakkende zon, met maar liefst 3 verschillende speeltafels tot gevolg. Een positioneel gevecht volgde.

Toen de zon eenmaal achter de skyline van Hilversum verdwenen was kon er eindelijk weer geschaakt worden en liet Anno zich van zijn beste kant zien. In het verre eindspel verdween het witte overwicht als sneeuw voor de zon, en was het opeens Anno die met de zwarte stukken het initiatief naar zich toe kon trekken. Toen er nog wat pionnen werden geruild was dit hèt moment voor een uiterst tactvol geplaatst remise aanbod van Anno. Zijn tegenstander kon niet anders dan gehoor geven aan dit aanbod, en daardoor was onze 4,5-3,5 overwinning een feit.

Een lichte hartverzakking kreeg ik dan ook toen Anno na het terugplaatsen van de stukken doodleuk aan mij vroeg hoeveel het eigenlijk geworden was?! Was dit een grap of was dit een oprechte vraag in alle onschuld? Dat laatste bleek het geval. Onze Anno bleek zonder kennis van uitslagen of tussenstand gewoon op goed vertrouwen remise te hebben aangeboden in de veronderstelling dat wij onderhand toch al wel voldoende punten voor de winst verzameld zouden moeten hebben. Een kwestie van goed vertrouwen in je teamgenoten noem ik dat. Hulde voor deze teamspeler!

Nog langer dan het uitmelken van een T + f en h pion versus T eindspel duurt het wachten op het Indiase eten in het centrum van Hilversum. Ja, het duurde echt heel lang! Zelfs zo lang dat Anno na een half uur besloot alsnog een hoofdgerecht te bestellen; hetgeen geen positieve uitwerking had op de totale wachttijd van het eten. Maar met een overwinning op zak bleef de sfeer in het restaurant gemoedelijk. En zoals wel vaker werd het lange wachten uiteindelijk beloond met een meer dan voortreffelijk maal. Het ‘magische zelfrijzende doekje’ na afloop maakte overigens ook veel indruk.

Rond half 10 werd al groepsretourend de terugreis naar Amsterdam, of Leiden voor de eindspelliefhebbers, aangevangen. In de Laurierboom was het vervolgens prettig nakaarten. Het misverstand dat Alje en Abe een winnend duo zouden vormen in het schaakspel ‘hand and mind’ werd hier overigens vakkundig de wereld uit geholpen.

T

HSG

2054

Caissa 2

2084

1.

Vincent Pandelaar

2085

Alje Hovenga

2197

0

1

2.

Daan Bes

2108

Paul Janse

2112

1

0

3.

Martijn Benschop

1973

Enrico Vroombout

2148

0

1

4.

Kees Nagtegaal

2216

Anno Steenberg

2147

½

½

5.

Wim van der Wijk

2165

Rik Salomons

2100

½

½

6.

Herman van Engen

2009

Abe Willemsma

2125

½

½

7.

Ernst Jos

1886

Harmen van den Berg

2136

0

1

8.

Sito Dekker

1990

Maarten Hoeneveld

1707

1

0

 

Reactie achterlaten