Een verhaal uit de interne
door
Olaf Ephraim

De interne competitie is een sterke en levendige competitie. Toch schuilt er tussen de mokerslagen van de Bezemers en Wunninks soms ook klein leed en zelfs schreeuwend onrecht. Over zo'n petite histoire gaat dit stukje. Ter lering en vermaak.

Een tijdje geleden speelde ik in de interne een spannende partij. Na kansen over en weer was er een remise-achtig eindspel op het bord verschenen waarbij de good guy (ik dus) Koning, Loper en 2 pionnen had en mijn tegenstander (ik noem geen naam, het gaat over een gebeurtenis en niet over een persoon) naast zijn monarch nog een rossinant en drie boeren tot zijn krijgsmacht mocht rekenen. Ik wist niet zeker of het echt remise was, maar had goede hoop. Alleen…er restten mij nog slechts drie minuten, dus enige haast was geboden. De man tegenover mij had nog oceanen van tijd tot zijn beschikking. Jammer dat mijn opponent dat paard had. Een laf familieschaak is gauw overzien en elke controle ter voorkoming van een dergelijke flauwe grap kost weer een seconde. We komen erin met zoals gezegd nog drie minuten bedenktijd voor mij. Ik geef de gebeurtenissen en mijn gedachten chronologisch weer :

3 minuten resterende bedenktijd: Hm, zal wel remise zijn. Jammer dat ik weinig tijd heb, oppassen voor familieschaak. Heeft hij een winstplan? Bliksemsnel gaan onze koningen en lichte stukken van de damevleugel waar zij dapper gevochten hadden naar het centrum. En vandaar uit naar de koningsvleugel. En weer naar het centrum. Ach, wat schattig. Hij weet niet of, laat staan hoe, dit te winnen valt. Hij zal dus zo wel remise geven maar kan zich er nog niet mee verzoenen. Ach ja, hij heeft ook een hogere rating.

2 minuten : Onze koningen en lichte stukken flitsen van de koningsvleugel naar het centrum en dan weer naar de damevleugel. Er verandert per saldo niets aan de stelling. Maar de tijd tikt onbarmhartig door en een ijzige hand lijkt zich om mijn hart te sluiten : Gaat hij me door mijn vlag jagen zonder een winstpoging te doen? Ik werp hem een scherpe blik toe terwijl ik zo snel als mijn mollige knuistjes het kunnen loper en koning laat dansen met paard en koning. Mag dit? Maar we zijn vrijwel alleen. Er zijn geen getuigen van het spektakel. Moet ik de interne wedstrijdleiders te hulp roepen? Maar die spelen tegen elkaar een spannende partij en ik wil hen, die al zo veel goed werk doen voor Caissa, niet betrekken bij mijn persoonlijke onaangenaamheden. Ik denk aan Donner : men staat machteloos tegenover het kwaad, als men van allen verlaten is. Ik voel wat de eenzame vechter moet ervaren, door iedereen verlaten, zonder hulp in de nabijheid en dus gedoemd zijn noodlot te ontmoeten. Plotseling voel ik me verwant aan Churchill tijdens de Battle of Britain, aan Sieneke op het Songfestival en aan de doelman van RKC.

1 minuut 30 seconden : Ontelbare keren hebben onze lichte stukken dezelfde gebaande paden betreden, maar ik kan niet meer noteren en dus ontbreekt mij het bewijs dat we een tiental keren dezelfde stelling gehad hebben. Dit gaat voorzienbaar mis. Op zo’n moment is het prettig een blaaspijpje met een in curare gedrenkte naald op zak te hebben. Een zacht pufje, en de onverlaat zal met een verbaasde blik in de ogen in elkaar zakken. Eeuwig schaak. Een in allerijl ontboden geneesheer zal slechts de dood kunnen constateren. Het gevaar is wel dat Martijn Miedema op de club is en zijn professionele twijfels omtrent de doodsoorzaak zou kunnen hebben. De sympathieke Martijn is kinderarts en Spong en Moszkowicz zullen zijn getuigenis dus gemakkelijk kunnen ontkrachten aangezien mijn kwelgeest reeds geruime tijd de kinderschoenen ontwassen is.
Helaas : mijn kinderen hebben het blaaspijpje weer eens ongevraagd uit mijn zak gepakt om blaasvoetbal te spelen.

50 seconden: Vliegensvlug smijt ik mijn loper heen en weer, de koning gaat er in hetzelfde tempo achteraan. Het zal niet baten. Zal ik flauwvallen of een hartaanval simuleren? Mijn tegenstander zal toch wel clubgenoten te hulp roepen? Deze zullen zeker de ambulance bellen en meteen de dode remisestelling op het bord erkennen en op die manier niet alleen mijn leven, maar ook mijn halfje redden. De schurk aan de overkant zal echter ongetwijfeld wachten tot mijn vlag gevallen is en de stukken snel weer opzetten alvorens alarm te slaan. Zinloze poging.

30 seconden : snelschaken is een understatement voor de bewegingen waarmee ik mijn stukken voor de zoveelste keer op dezelfde velden neersmijt. Ik overweeg per ongeluk stukken en klok in een machtig gebaar van tafel te vegen. De klok zal dan zeker kapot gaan, en dat is dan mijn redding. Maar ik speel met mijn eigen klok, dat is geen optie.

0 seconden : “VLAG!!!” buldert de struikrover. Hij doet zijn overhemd over zijn hoofd, gaat in een hoek kindje wiegen en glijdt dan op beide knieën met de armen geheven terug naar de tafel. Enfin, de gebruikelijke voetbal rituelen waar U de afgelopen weken op het WK van heeft kunnen genieten.
“Ach, warempel”, zeg ik verwonderd. “Wat jammer, het lijkt toch wel remiseachtig. Geef jij de uitslag even door als je wilt?”

Tja, ik heb nog even overwogen om dit voorval aan de Introductie Commissie te melden. Maar daar zit ik zelf in en argwanende clubgenoten zullen mijn objectiviteit in deze wel weer in twijfel trekken.

Beste clubgenoten, ik heb dit verhaal uiteraard een beetje aangedikt en bewust geen naam genoemd. Ik wil niet te boek staan als een sore loser zoals men in het perfide Albion pleegt te zeggen. Na een nederlaag feliciteer ik mijn overwinnaar correct en altijd wil ik analyseren en zelfs ben ik bereid om denigrerende opmerkingen over mijn domme fouten te incasseren. Overigens gebeurt dat nooit op onze club. Pas nadat ik iedereen heb gegroet laat ik op straat in de eenzame koude nacht mijn tranen de vrije loop en doe ik aan milde vormen van automutilatie omdat ik 27) Ld3+ overzag of heb nagelaten 30)…c5! te spelen. Thuisgekomen drink ik dan een halve fles whisky en dat was dat. Sinds mijn vrouw woonachtig is in een Blijf Van Mijn Lijf Huis heeft zij ook niets meer te vrezen van mijn nederlagen. “Het is toch maar een spelletje?” waren haar laatste woorden voordat zij verhuisd is.

Wel vind ik het volkomen ongepast om zonder enige winstpoging te doen uitsluitend op de vlag te spelen. Begrijp mij goed: ik doel niet op die gevallen waarin er te weinig tijd is om schaaktechnische problemen op te lossen, soit, eigen schuld dikke bult, maar als het slechts gaat om de fysieke onmogelijkheid om steeds dezelfde zetten te doen vind ik genoemd gedrag verwerpelijk en in strijd met een gezellige en sportieve clubavond.

Tot volgend seizoen!!

Reactie achterlaten