Caissa verliest op valreep van LSG
(met partijen)
door
Het strijdplan was opmerkelijk eenvoudig. De zwartspelers spelen remise, de witspelers winnen en zo is een 2.5-7.5 uitslag gegarandeerd. Goed, het kan op enkele borden tegenzitten maar wat kan er misgaan met een marge van 2.5 punt? Aldus een enthousiaste captain Marnix Godding. En met deze instelling vertrok Caissa naar Leiden om het daar op te nemen tegen LSG, een van de titelkandidaten. Een team vol IM’s en FM’s, maar met zo’n heldere strategie: wat kon er mis gaan?

Er was sprake van lichte verwondering toen Hans Ree kort voor het begin van de partij moeite had om zijn eigen mobieltje uit te zetten. Op welke knop hij ook duwde, het lukte niet om het ding uit te krijgen. Op een bepaald moment was nagenoeg het hele team bezig met het oplossen van dit probleem, maar zonder succes. Uiteindelijk greep Arno Bezemer kordaat in door de batterij uit het mobieltje te halen en het apparaat in twee delen terug te geven aan Hans. Dat bleek afdoende.

Het duurde enkele uren voordat de wedstrijd goed en wel op gang kwam. Het eerste halfje kwam van Ivo Timmermans (10,z). Tegenstander Stefan van Blitterswijk kon geen bres slaan in de muur die voor hem werd opgetrokken en bood na 20 zetten remise aan, hetgeen werd geaccepteerd. Kort daarna moest Rob Witt (2,z) opgeven. Hij had op veel tegenstanders gerekend maar niet op Arthur Pijpers, en kwam in een variant terecht waar laatstgenoemde dit jaar uitgebreid ervaring mee had opgedaan. In een Franse partij kon Rob te weinig tegenspel genereren en wit verhoogde telkens de druk op de koningsvleugel. Dat bleek fataal. Een opsteker was de remise van Enrico Vroombout (4,z). Voor de achteloze toeschouwer leek het alsof hij eenvoudigweg Pxe6 had overzien, maar Enrico heeft altijd zijn eigen kijk op het gebeuren. In de partij, en daarna in de post-mortem, dreef hij Edwin van Haastert tot wanhoop. Deze had telkens de lastige keuze tussen zetten die resulteerden in stellingen die ‘een beetje beter’, ‘veel beter’, ‘nog veel beter’, ‘bijna gewonnen’, of ‘zo goed als gewonnen’ waren. Een echte klinkende winst zat er echter nooit bij, wel stellingen met heel groot voordeel voor wit. Met Enrico’s kenmerkende ‘torentje hier – lopertje daar’ methode wist deze alle gevaren te bezweren en vele witbiertjes later had een inmiddels hol-ogige Edwin nog steeds niet gevonden wat de meest kansrijke voortzetting was. Zo vergaat het veel tegenstanders van Enrico; slachtoffers van tovenarij. De enerverende partij is bijgevoegd en voorzien van commentaar.

Even voor de tijdcontrole werd de partij van Hugo van Hengel (5,w) remise gegeven. Tegen de sterke Michiel Bosman stond hij een fractie beter maar echte kansen om te compliceren waren er niet. Een opmerkelijk voorval gebeurde daarna tijdens de tijdnoodfase in de partij van Arno Bezemer (7,w) tegen de ons bekende Eelke Wiersma. Eelke had een nieuwe Siciliaanse variant toegevoegd aan zijn repertoire en stelde Arno voor de nodige problemen. Dat kostte veel tijd en na zo’n 20 zetten stond Arno met de rug tegen de muur. De partij mondde uit in een tijdnoodduel waarin beide spelers ophielden te noteren. In de overtuiging dat hij 40 zetten had gedaan, liet Arno de vlag vallen en voerde niet zijn 41e zet uit. Erg professioneel, ware het niet dat uit de reconstructie bleek dat er slechts 39 zetten waren gedaan. Dat was nogal een tegenvaller en Arno stak de hand uit ten teken van overgave. Korte tijd later merkte hij op dat de stelling op het bord afweek van de finale stelling bij de reconstructie en op het bord was zet 40 daadwerkelijk uitgevoerd. De arbiter was echter resoluut en verklaarde de partij verloren. Even was er het vervelende gevoel van een ten onrechte opgegeven stelling, maar een korte analyse liet zien dat de stelling eenvoudig voor Eelke gewonnen was. Een pleister op de wonde, zogezegd. Na 4 uur spelen was de stand 3.5-1.5 in het voordeel van LSG.

In het vijfde uur leken de kansen te keren. Michael Wunnink (9,w) vocht tegen een zwarte leeuw en sloot zijn eigen loper op originele wijze in (Lf1-c4-a2 en b2-b3), om stukkenruil te vermijden. Een en ander pakte uiteindelijk goed uit, maar het was prettig dat Eelco Kuipers zijn kansen niet waarnam. Nu resteerde een eindspel dat Michael overtuigend naar winst voerde (zie bijgevoegde partij). Robert Kikkert (6,z) bleef stevig overeind in een Najdorf. Hij stond op een bepaald moment minder maar de uitslag in het dubbel toreneindspel tegen Michiel van Wissen stond ruim voor het einde vast: remise.

De stand was inmiddels 4-3 maar hoe stonden de overgebleven partijen? Merkwaardig genoeg was daar bijzonder weinig van te zeggen. In alle partijen waren drie uitslagen mogelijk, alhoewel… Alje Hovenga (8,z) speelde tegen de sterke Jan-Willem de Jong en stond na een uur spelen ietwat passief. Na vijf uur spelen stond hij nog net zo passief en de Jong probeerde druk op te voeren. Nu is Alje een kanjer in verdedigen, maar weinigen hadden erop gerekend dat hij het zo lang zou volhouden. Het bleek weer eens dat in het zesde uur rare dingen gebeuren. Jan-Willem ging ver in zijn winstpoging en plots kreeg Alje tegenspel met g5-g4. Zijn toren werd actief en met weinig tijd op de klok forceerde Alje remise met torenschaaks. De computer zet de teller in de slotstand op +3 voor Alje, maar met een minuut op de klok was een winstpoging, na vijf uur taai verdedigen, een te zware opgave. Daarmee haalden onze zwartspelers 2 uit 5 – een halfje minder dan gepland – bij een stand van 4.5-3.5 voor LSG.

Bleven over onze beide grootmeesters. Hulde voor hun strijdlust! Paul van der Sterren (3,w) had tegen Rudy van Wessel een pion buitgemaakt, maar de technische fase was bijzonder lastig. Zwart had een stevige blokkade en het was niet duidelijk hoe Paul verder moest komen. Iets verderop zat Hans Ree (1,w) die tegen Mark van der Werf een puike positionele partij had gespeeld en voordeel had in het eindspel. Maar erg complex! Ik weet niet of de grand maitres op de hoogte waren van de tussenstand, maar het was duidelijk dat deze partijen tot het bittere einde zouden worden uitgespeeld. Een twintigtal toeschouwers verdrong zich om beide borden en nog steeds was er een kans dat Caissa de match kon winnen. Maar met het verstrijken van de tijd werd duidelijk dat het onze dag niet ging worden. Paul vergaloppeerde zich en plots stonden zijn toren en dame verkeerd. Van Wessel maakte een, twee pionnen buit en liet zich het resulterende dameeindspel niet meer afnemen. Hartverscheurend was het partijverloop aan het bord van Hans. Aan het eind kon Hans zelfs een stuk winnen, maar met nog minder dan een minuut bleek van der Werf handiger. De partij eindigde nogal abrupt toen Hans een stuk moest geven voor een zwarte vrijpion. Bijzonder jammer. Daarmee was de match beklonken en LSG won 6.5-3.5, enigszins geflatteerd.

Op de website van LSG valt uit het wedstrijdverslag op te maken dat het de strategie van LSG was om onze drie toppers (Hans, Paul en Arno) ‘af te stoppen’ en tegen de andere spelers punten te scoren. Daarin is LSG uiteindelijk geslaagd, zij het met enig geluk. Ons strijdplan was uitgekiend, afgewogen, origineel , maar soms staan de sterren verkeerd. Daar valt verder niks aan te doen.

 

staging  IM Van Haastert, E. (2401) - Enrico Vroombout (TL)  Enrico Vroombout (2188), 2012.11.03


Michael Wunnink  Michael Wunnink (0) - staging  Kuipers, E. (0), 2012.11.03

Reactie achterlaten