Opnieuw tegen Jorden van Foreest
Opa doet het deze keer rustig aan
door
Een partij tegen Jorden van Foreest, het toptalent van Nederland (vorig jaar Europees jeugdkampioen tot 14 jaar). In 2010 in Hoogeveen had ik ook al eens tegen hem gespeeld. Toen was het remise geworden en daar was ik indertijd NIET blij mee.

Lees het hele artikel…

Potje uit de interne
door

K. Van der Weide (2440) - M. Overeem (2138), 17 september 2013

Avatar  Karel van der Weide (2440) - Marc Overeem  Marc Overeem (2138), 2013.09.17

Oneerlijke competitie?
door

Als ik de interne competitie van het afgelopen seizoen wat nader bekijk dan vallen een aantal dingen op.

In de eerste plaats dat er extreme verschillen in tegenstand zijn geweest. Nemen wij bijvoorbeeld in de eerste turnus Jack Blanchard (als vierde geëindigd) en Eelke Wiersma (vijfde).

Blanchard had in die eerste turnus een gemiddelde tegenstand van ongeveer 1930, Wiersma 2240, een verschil van ruim driehonderd punten !
In de tweede turnus iets dergelijks: Bezemer (1e) een gemiddelde tegenstand van 2180, Breuker (2e) 1990, Blanchard (3e) 2212. Een competitie waarin zulke verschillen optreden, is meer een veredelde loterij.

In de tweede plaats is er sprake van een fundamentele discrepantie tussen wat iemand kan verdienen door te spelen en wat iemand die niet speelt gratis en voor niets krijgt. Grote verschillen in gescoorde punten vertalen zich daardoor niet in Keizerpunten.
Nemen we bijvoorbeeld in de tweede turnus Christophe en Paul Schipper. Christophe speelde zes partijen, scoorde viereneenhalf punt en eindigde daarmee als negende. Schipper speelde veertien partijen, scoorde daaruit acht punten en eindigde als elfde.
Een voorbeeld uit lagere regionen ? Eerste turnus, Todd Daugherty scoort 1 uit 1 en wordt 93e , Jord Hendriks scoort 7 uit 12 en wordt 94e. Een verschil van zes punten wordt dus genivelleerd door ons Keizersysteem. Dit kan volgens mij nooit de bedoeling zijn.
De remises die Albert Riemens speelde tegen mensen als Karel van der Weide, Bezemer en Wiersma leverden hem marginaal meer op dan wat mensen die thuis voor de buis zaten, mochten bijschrijven.

Tenslotte kent onze interne een absurd hoge vergoeding voor externe partijen op dinsdagavond (2/3 van de eigen waarde). Als we bedenken dat de gemiddelde uitslag in een competitie een half punt is dan moge duidelijk zijn dat dit niet klopt. Dit probleem is trouwens al diverse malen gesignaleerd. Een oplossing voor de verschillen in tegenstand die optreden, is niet een, twee, drie voorhanden. Men verzandt al snel in de discussie over het wel of niet opsplitsen van de competitie.

Het lijkt mij daarentegen wel hoog tijd om de andere twee punten aan te pakken. De indeling geschiedt inmiddels op basis van de Keizerwaarde in plaats van de Keizerscore, dus ik zie geen enkele reden meer om de vergoeding voor niet spelen te handhaven. De vergoeding voor extern spelen kan binnen een minuut worden gewijzigd. Ik zal een voorstel van deze strekking indienen op de Algemene Ledenvergadering.